Toen ik van huis ging was ik al bezig aan: De smaak van venijn van Alan Bradley.
Je leest deze detective door de ogen van een hoogbegaafde 11jarige die een passie heeft voor scheikunde. Zij vindt dat de politie te langzaam werkt en gaat zelf op onderzoek uit als ze vindt dat haar vader ten onrechte vast zit voor de moord op een oude studievriend. Er worden heel wat herinneringen opgehaald aan een studententijd dat zich afspeelt in de jaren '20 van de vorige eeuw.
Daarna las ik "Hou je taai" van Lieneke Dijkzeul, een kinderboek over vriendschap en opa-kleinzoon relatie. En het verschil tussen rijk en, ik zou bijna zeggen, arm.
Ik ben nu "Het Shakespeare geheim" van Jennifer Lee Carrell aan het lezen. Mooi en spannend. Beetje in de sfeer van Dan Brown.